Wat heeft het gekost?

Bedragen x € 1.000,-

IB 1.1

• In 2021 is niet volledig gebruik gemaakt van het budget dat jaarlijks beschikbaar is voor de aanschaf van bedrijfskleding. Dat levert een voordeel op (8V).
• Het totaal van de werkelijke afdrachten aan het Rijk is lager uitgevallen. Deze afdrachten houden verband met de leges die wij in rekening brengen bij aanvragen (11V).
• Door efficiënter om te gaan met bestaande communicatie middelen zoals de website en andere social media, is het budget dat staat in de begroting voor communicatie niet volledig benut (10V).
• Overige mutaties zorgen voor resterend voordeel (1V).

IB 1.2

• De corona maatregelen hebben tot gevolg dat de personele bezetting en het live aanwezig zijn van personen op de locatie Laan 19 in 2021 drastisch zijn verminderd. Gevolg hiervan is dat er beduidend minder kosten waren op het gebied van restauratieve goederen en voorzieningen (40V).

• Het tempo voor het doen van investeringen (investeringen in gemeentelijke gebouwen) heeft in de werkelijkheid een andere dynamiek dan in de begroting mee wordt gerekend. Hierdoor zijn er binnen dit resultaat lagere afschrijvingslasten verantwoord. Echter staan hier ook lagere onttrekkingen aan reserves tegenover, welke over de verschillende resultaten zijn verspreid (30V).

• Per 1 september van het voorgaande jaar is voor het personeel de nieuwe termijn ingegaan voor het aanschaffen  van de benodigde BYOD. In de begroting 2021 is hiervoor een totaalbedrag opgenomen van € 396.000- . Dit jaar is hiervan een bedrag gebruikt van € 179.000,-Waardoor op dit budget een voordeel ontstaat van € 217.000,-(217V). Aan de baten kant wordt ook een lager bedrag onttrokken uit de reserve BYOD zodat een en ander budgettair neutraal verloopt.
• In 2021 zijn bij de 1e tussenrapportage de kosten voor het inhuren van tijdelijk personeel verhoogd. Dit als gevolg van de corona- epidemie en de "rek is eruit". De inhuur was nodig om de wettelijke taken die uitgevoerd moesten worden op te vangen. Echter een deel van deze inhuurkosten kon gedekt worden uit de bestaande budgetten (leges). Hierdoor ontstaat ten opzichte van de eerdere situatie een voordeel (206V).
• Extra getroffen beveiligingsmaatregelen en benodigde ondersteuning ICT-beheer (52N).
• Overige mutaties zorgen voor resterend nadeel (6N).

IB 1.3

• Er heeft een opschoonactie plaatsgevonden op oude vorderingen. Ook leidde dit tot een bijstelling van de voorziening dubieuze debiteuren (belastingen, gewone debiteuren en GWS debiteuren). Hieruit komt naar voren dat er toch meer vorderingen zijn ontvangen dan rekening was mee gehouden. Daardoor ontstaat een incidenteel voordeel op de post algemene lasten en baten(67V).
• Doordat investeringen achterblijven bij de prognose hebben we minder geld hoeven lenen. Daarnaast hebben we het afgelopen jaar “kort geld” (voor een periode van minder dan een jaar) geleend in plaats van “lang geld”. Het lenen van kort geld heeft het afgelopen jaar geld opgeleverd in plaats van dat het geld gekost heeft. Dat is de zogenaamde negatieve rente (59V).
• Ieder jaar wordt de hoogte van de voorziening wachtgeld voormalige wethouders bepaald. Naast de lagere verplichte doorbetaling dan begroot aan de voormalige wethouders kan de voorziening voor nog toekomstige kosten naar beneden worden bijgesteld. Daarnaast moest de bestaande wachtgeldverplichting van de huidige wethouders worden aangepast aan de huidige situatie. Daardoor moest er meer gestort worden in de voorziening(77N).
• In de begroting wordt bij de forensenbelasting en toeristenbelasting een bedrag opgenomen voor onderzoek. Het gaat om onderzoek naar de controle en analyse van de opgegeven belastingen. Als gevolg van de coronapandemie is hiervan een deel uitgevoerd. Echter kon door de omstandigheden dit niet in zijn geheel gebeuren. Hierdoor is er minder besteed dan in de begroting was opgenomen (29V).
• De afgelopen jaren zijn de kosten voor het opleggen van de aanslagen structureel iets lager uitgevallen dan het geraamde budget (7V).
• Overige mutaties zorgen voor resterend voordeel (4V).

B 2.2

• Als gevolg van de corona crisis zijn er minder initiatieven binnen gekomen en zijn andere initiatieven gestagneerd (23V).
• Daarnaast zijn, in het kader van burgerparticipatie tijdens dit corona-jaar, minder verzoeken vanuit de samenleving binnengekomen om zaken op te pakken. Dit heeft natuurlijk ook te maken met de social distantie (16V).

IB 1.1

• De legesinkomsten voor Identiteitsdocumenten zijn dit jaar hoger uitgevallen dan begroot. In 2021 zijn uiteindelijk meer reisdocumenten en rijbewijzen aangevraagd dan er was verwacht (43V) .
• Overige mutaties zorgen voor resterend nadeel (3N).

IB 1.2

• Per 1 september van het voorgaande jaar  is voor het personeel de nieuwe termijn ingegaan voor het aanschaffen  van de benodigde BYOD. In de begroting 2021 is hiervoor een totaalbedrag opgenomen van € 396.000. Dit jaar is hiervan een bedrag gebruikt van € 179.000. Daardoor ontstaat op dit budget een nadeel van € 217.000,-(217N),omdat een lager bedrag onttrokken wordt uit de reserve BYOD dan waar rekening mee werd gehouden.
• Bij de afdeling Samenleving zijn meer kosten gemaakt om de TOZO-regeling uit te kunnen voeren. Daarnaast wordt aan de gemeente vanuit het rijk voor de uitvoering van deze nieuwe regeling een vergoeding ontvangen voor de uitvoeringskosten. De kosten zijn groter dan de inkomsten hiervoor(86N).
• In 2020 is een voorziening opgenomen om de frictiekosten op te vangen voor het uitstromen van  voormalig personeel dat werkzaam was bij het team "Toegang". Door de juiste begeleiding en het herplaatsen zijn de werkelijke frictiekosten lager uitgevallen dan rekening mee was gehouden. Hierdoor kan een groot deel van deze voorziening vrijvallen (130V).
• Naast het reguliere salarisbudget (op basis van formatie) hebben we als gemeente ook te maken met andere inzet van personeel. Het gaat dan om inhuurkosten dat ten laste komt van bijvoorbeeld: de bouwleges, De Kop Werkt en anterieure overeenkomsten. Administratief zijn hiervoor zowel de baten als de lasten opgehoogd. In de praktijk bleek deze werkwijze niet zuiver. Er is daarom voor gekozen de kosten op de betreffende kostenplaatsen te boeken. Het wegvallen van deze dekking heeft daarmee weer een positief effect gehad op het uitgaven budget (744N).
• Daarnaast zorgen mutaties op het totale personeelsbudget voor iets minder detacheringsinkomsten dan waarmee rekening is gehouden in de begroting (28N).
• In 2020 zijn de buitenwegen van het Hoogheemraadschap overgenomen door de gemeente. Bij deze overname is ook een compensatie bedongen voor het bijhouden van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Deze compensatie was nog niet in de begroting verwerkt (9V).
• Overige mutaties zorgen voor resterend voordeel (4V).

IB 1.3

• Het tempo voor het doen van investeringen (omgevingsvisie en revitalisering recreatieparken) heeft in werkelijkheid een andere dynamiek dan waar in de begroting mee wordt gerekend. Hierdoor zijn er binnen dit resultaat lagere afschrijvingslasten verantwoord. Echter staan hier ook lagere onttrekkingen aan reserves tegenover. Deze zijn over de verschillende resultaten verspreid (169N).
• Ten opzichte van de begroting is er meer belasting binnen gekomen voor de rioolheffing. De hogere inkomsten  hebben te maken met het opleggen van meer aanslagen. Dit komt weer  door een toename van woningbouw en de uitkomsten van een bestandsanalyse. De hogere opbrengsten worden meegenomen in de kostendekkendheid van de leges voor riool (56V).

• Bij het uitkomen van de december circulaire is duidelijk geworden dat wij nog extra gelden kregen voor: accresontwikkeling, mantelzorgbeleid en vergoedingen in verband met corona. Deze extra middelen, die op het einde van het jaar zijn toegevoegd, vervallen nu in het resultaat (844V). Bij resultaatbestemming zal hier nog een beroep op worden gedaan.
• In deze jaarrekening is rekening gehouden met hogere inkomsten uit de toeristenbelasting (274V). Deze stijging ten opzichte van de begroting heeft te maken met een toename van verhuuraccommodaties bij Camping De Bongerd en Quirius Callantsoog.
• Naast de toeristenbelasting, wordt voor de forensenbelasting ook een stijging verwacht voor 2021. Deze stijging heeft deels te maken met de toename van de bouw van recreatiewoningen. En met de iets hogere werkelijke inkomsten uit voorgaande jaren (53V).
• Overige mutaties zorgen voor resterend voordeel (36V).