Doorontwikkelen regelingen Participatiewet, nieuwe regelingen De GRGA is een samenwerkingsorganisatie van de drie deelnemende gemeenten Den Helder, Hollands Kroon en Schagen. Door bundeling van budget is het mogelijk om wetten, al dan niet gedecentraliseerd, efficiënt en effectief uit te voeren. Probedrijven NV is het uitvoeringsorgaan van de genoemde gemeenten dat dat in nauwe samenwerking met de GRGA verzorgt. Op 17 juli 2017 is door de gemeenten uit de Kop van Noord Holland het ‘Convenant intergemeentelijke samenwerking arbeidsparticipatie’ bekrachtigd. Het convenant geeft aan dat de gemeenten de samenwerking met de GRGA en Noorderkwartier NV willen continueren. In de Algemeen Bestuur vergadering van 6 februari 2020 heeft de GRGA de opdracht gegeven het plan uit te werken om blijvend banen met loonkostensubsidies te realiseren in de Kop van Noord Holland. Het gaat om 500 tot 600 fte duurzame banen in de regio. Probedrijven, voorheen bekend onder de naam Noorderkwartier, voert de regeling uit. Deze opdracht is onder meer tot stand gekomen na de pilot LKS (loonkostensubsidie). De pilot is in samenwerking tussen gemeenten, Probedrijven en Agros tot stand gekomen. Het is de bedoeling om banen te realiseren. De instroom wordt daarbij afhankelijk gesteld van de uitstroom uit de Wsw. Vanaf 2021 dient het budget nog vastgesteld te worden en is niet in deze begroting opgenomen. Beleidsbeslissingen die gemeenten maken in het kader van ontschotte budgetten tussen jeugdzorg, wmo en participatiewet kunnen gevolgen hebben voor het programma van de GRGA. Ook verplichtingen die gemeenten zijn aangegaan in het kader van gedecentraliseerde taakvelden kunnen invloed hebben op organisatie en budgetten van de GRGA. In het algemeen kan gesteld worden dat gemeenten en het maatschappelijk middenveld door decentralisatie van taken door het Rijk in een dynamische omgeving richting geven aan beleids-doelstellingen, waarvan de gevolgen zich op termijn zullen uitkristalliseren . De wijze waarop de beleidsvelden worden ingevuld en vormgegeven zijn afhankelijk van de politieke voorkeuren van gemeenten. Consequenties wijzigingen wetgeving Wijzigingen in wetgeving die middels de decentralisaties worden doorgevoerd, brengen risico's en onzekerheden, ook in financiële zin, met zich mee. In toenemende mate gaat aandacht uit naar wijziging in wet- en regelgeving en de daarmee samenhangende eis compliant te blijven. Voorbeelden daarvan zijn intensieve trajecten die doorlopen zijn inzake de vennootschapsbelasting en het Btw-complex. Op 1 januari 2020 is de Wet Arbeidsmarkt in Balans geïntroduceerd. Deze wet voorziet erin dat payrollers tegen gelijke voorwaarden worden betaald als werknemers die werkzaam zijn bij het bedrijf waarvoor zij in opdrachtgevende zin werkzaamheden voor uitvoeren. Voor werknemers in de Wsw zou dat kunnen betekenen dat zij onder andere arbeidsvoorwaardelijke condities komen te vallen. De wetgever heeft erin voorzien om een uitzondering te maken voor de Wsw. Hetzelfde geldt voor de medewerkers in Beschut Werken. De verwachting is dat voor hen ook een uitzonderingspositie zal worden gecreëerd. Daar zal eerst een cao voor moeten worden bekrachtigd. Het risico op claims is beperkt, omdat het ten eerste enkele mensen betreft die bij derden zijn gedetacheerd en het bovendien om een periode gaat die is te overzien. Uitstroomvolume en mogelijke gevolgen voor budgetten Een belangrijk risico dat de komende jaren aanzienlijke budgettaire gevolgen kan hebben, is de wijze waarop het Rijk deelbudget voor de Wsw voor gemeenten vaststelt. Het Rijk hanteert daarvoor een statistische benadering voor blijfkansen. Dat leidt voor gemeenten tot een toewijzing van een budget dat zij zullen besteden aan de zittende populatie Wsw per gemeente. In de begroting is de uitstroom met grote zorgvuldigheid bepaald. Dergelijke benaderingen blijven prognoses. De werkelijkheid kan van deze schattingen afwijken. De budgettaire gevolgen kunnen groot zijn. De budgetten in de Participatiewet zijn ontschot. Indien meer geld besteed wordt aan de Wsw heeft dat gevolgen voor allocatie van middelen aan andere taken. Risico van niet compensabele salarisverhogingen en - kosten In de begroting is aangegeven dat rekening wordt gehouden met loonstijgingen van de cao Wsw wijziging van het wettelijk minimumloon. De opname daarvan is verplicht omdat het voortkomt uit afspraken in de cao Wsw en vanuit coWmpliance. We willen erop wijzen dat kostenverhogingen die in de salarissen doorwerken aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de budgetten. Door het relatief grote volume aan werknemers is het gevolg van een verhoging van een procent ongeveer 130.000 euro. Dat geldt niet alleen voor prijscompensaties, maar voor alle oorzaken die tot een verhoging leiden. Te denken valt daarbij bijvoorbeeld aan wijzigingen van de wijze waarop het Lage Inkomens Voordeel door de belastingdienst wordt vastgesteld. De definitieve vaststelling kan leiden tot afwijkingen van de gebudgetteerde bedragen. De GRGA maakt afspraken met personen die na twee jaar ziekteverlof uit dienst gaan. Om de onwenselijke situatie te voorkomen om mensen zonder dat arbeid wordt verricht in dienst te houden (de zogenaamde slapers) worden arbeidsovereenkomsten in overleg beëindigd. We zijn verplicht transitievergoedingen uit te keren. Deze kosten zijn (deels) compensabel. Het UWV compenseert daarbij in het opvolgende boekjaar. Dat kan ertoe leiden dat de liquiditeit tijdelijk moet worden overbrugd. Gezien de grootte van de bedragen en het feit dat gemeenten kosten voorfinancieren, is het risico daarop klein. Arbeidsvoorwaarden regeling Beschut Werken De Buitengewone Algemene Ledenvergadering (BALV) van de VNG stemde op 29 november 2019 met overgrote meerderheid in met het voorstel van het bestuur om een eerder standpunt over arbeidsvoorwaarden voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te actualiseren. De Algemene Ledenvergadering geeft de Kamer Inclusieve Arbeid (KIA) van de VNG opdracht om voorstellen voor arbeidsvoorwaarden, in welke vorm dan ook, te ontwikkelen. Een onderzoek naar een mogelijke pensioenregeling voor deze groep mensen behoort ook tot de opdracht. Financiering (begeleidings)kosten Beschut Werk In het inspectierapport van SZW 'Evaluatie Beschut Werk' (november 2019) staat over de kosten en baten het volgende. "De meeste gemeenten geven aan dat zij rondkomen van het budget voor beschut werk maar dat dat voornamelijk komt doordat zij de geraamde aantallen beschut werkplekken niet halen. Gemeenten hebben de Inspectie geen eenduidig beeld kunnen geven van de kosten die gemeenten maken voor één beschut werkplek. Daarom kan de Inspectie geen conclusie trekken over de vraag in hoeverre het budget voor één beschut werkplek toereikend is. Het gebrek aan een eenduidig beeld komt mede doordat er grote financiële verschillen zijn tussen gemeenten. Dat heeft onder meer te maken met hoe gemeenten het beschut werk organiseren en hoe zij in het verlengde daarvan financiële afspraken maken met hun SW-bedrijven en andere werkgevers. Casegemeenten geven aan dat zij kosten hebben die niet meegenomen worden in de berekening van de budgetten. Dat zijn bijvoorbeeld overheadkosten, die aanzienlijk kunnen zijn. Verder geven gemeenten aan dat de loonkostensubsidie regelmatig ontoereikend is vanwege de lagere netto opbrengst van de beschut werker." Gezien de onduidelijkheid over de kosten en baten, is besloten in deze begroting vooralsnog de uitvoeringskosten voor Probedrijven met een index (HCIP). Het kan zijn dat dit bedrag de komende jaren bijgesteld wordt en dat kan effect hebben op de begroting. Het beeld is dat de regeling Beschut Werken financieel steunt op de uitvoering van de omdat de overhead en infrastructuur uit dien hoofde bekostigd is. Andere regelingen dan Wsw en Beschut Werk De GRGA is betrokken bij beleidsoverleg over activiteiten ten behoeve van participatie van burgers. Projecten worden door gemeenten en Probedrijven afgesloten en gefinancierd. Met dergelijke projecten is in deze begroting geen rekening gehouden. Projecten voor o.a. statushouders worden daarbij ook direct tussen gemeenten en organisaties zoals Probedrijven afgestemd, zonder tussenkomst van de GRGA. Het aandeel van Schagen bedraagt circa 32% in een eventueel financieel nadeel. |