Resultaat IB1.3 Het financieel beleid is transparant, gezond en haalbaar
We hebben dit gedaan door:
Het gemeentelijk beleid op het gebied van aantrekken en uitzetten van geld is vastgelegd in het Treasurystatuut. In dit statuut is opgenomen dat we uit gaan van een laag risicoprofiel. De belangrijkste uitgangspunten zijn:
- Het uitzetten van gelden vindt plaats bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) of andere financiële instellingen met ten minste een AA-rating.
- Gelden aantrekken gebeurt in beginsel bij de laagste aanbieder, tenzij contractueel anders is afgesproken.
- Het gebruik van derivaten is niet toegestaan.
Het coronavirus heeft in erg korte tijd heel veel veranderd. De maatregelen die wereldwijd worden genomen om de pandemie tegen te gaan, hebben een grote impact op de economie. Ook de keuzes van de centrale banken worden hierdoor beïnvloed. Om te voorkomen dat de coronacrisis uitmondt in een grote economische crisis, (zoals we die zagen in 2008) worden er miljarden extra vrijgemaakt om de economie te blijven stimuleren. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft hiervoor een noodpakket beschikbaar gesteld van maar liefst 750 miljard euro. Het opkopen van staatsobligaties is daarnaast in een nog hardere stroomversnelling beland. De beleidsrente van de ECB staat al een poos op 0% en de depositorente is zelfs negatief (zo’n -0,5%). Dat betekent dat banken moeten betalen voor het geld dat ze bij de ECB stallen. Dit wordt gedaan om ervoor te zorgen dat banken blijven spenderen. Op deze manier hoopt de ECB de recessie tegen te gaan.
Financiering via kortlopende geldleningen is nog steeds goedkoper dan via langlopende geldleningen. Daarom trekken we pas een langlopende geldlening aan als de kasgeldlimiet over langere periode overschreden dreigt te worden. Om een te risicovolle financieringspositie te voorkomen, zijn wettelijk normen vastgelegd, uitgedrukt in de kasgeldlimiet en de risiconorm.
Op grond van het actuele Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) moeten investeringen in het openbaar gebied geactiveerd worden (zichtbaar zijn op de balans). Dit staat haaks op ons uitgangspunt van zuiver begroten. Investeringen in het openbaar gebied zijn niet verhandelbaar en vormen dus geen vermogen van de gemeente. In overeenstemming met het BBV gaan we met de investeringen in het openbaar gebied als volgt om: de investering wordt geactiveerd en afgeschreven over de periode van de verwachte levensduur. Tegelijkertijd wordt een reserve gevormd van gelijke omvang, waarmee gedurende de levensduur de afschrijvingslasten worden gedekt. Hierdoor schuiven we de lasten niet door naar de toekomst.
Ook dit jaar is inzicht verschaft in de geldstromen, door het opstellen van een begroting, een jaarrekening en tussenrapportages. In 2021 hebben we twee tussenrapportages opgesteld. Verder is de raad via corona rapportages geïnformeerd over de (financiële) situatie rondom de coronapandemie en de gevolgen voor onze gemeente.
Ondanks de beperkingen van de corona-epidemie zijn ook dit jaar, wel in beperkte vorm, de aanslagen toeristenbelasting middels steekproeven gecontroleerd door een extern bureau. Hierbij wordt een controle gedaan tussen de aangifte en de administratie van de onderneming. De aangiften bevatten hierdoor minder fouten.
Onze organisatie heeft dit jaar meer subsidiemogelijkheden benut dan voorgaande jaren. Voorbeelden hiervan zijn de subsidies voor duurzaamheid, preventieakkoord, NPO-gelden en de BDU-subsidies die door de provincie beschikbaar worden gesteld. Met het optimaal benutten van deze subsidies kunnen wij meer realiseren voor onze gemeente en inwoners.
Indicator:
een sluitende begroting